De term ‘inspiratie’ wordt inmiddels te pas en misschien vooral te onpas gebruikt. Dit leidt tot woordinflatie: iedereen geeft er zijn eigen betekenis aan waardoor hij steeds minder waard wordt. Zo wordt inspiratie nogal eens verward met motivatie. Motivatie is de drijfveer of reden die iemand heeft om tot een actie te komen. Jongeren worden dus gemotiveerd – niet geïnspireerd – door de influencers die ze volgen op social media. Het succes van hun onlinevoorbeelden is voor hen immers een reden om hun adviezen op te volgen of ook dagelijks te gaan vloggen.
Inspiratie daarentegen betekent een levenwekkende kracht die van binnenuit komt. Inspiratie komt namelijk van het Latijnse woord ‘in spirare’ dat letterlijk ‘inademen’ of ‘inblazen’ betekent. In spirituele kringen wordt de adem vaak gezien als de verbinding tussen lichaam en geest. Bij elke inademing komt er letterlijk nieuw leven in je lichaam. In-spiratie is dus be-zieling. Zonder onze adem blijft immers een ‘ontzield’ lichaam over.
Volgens schrijvers en kunstenaars is inspiratie de flow state waarin alles ineens vanzelf lijkt te gaan. Voor auteurs kan het de geniale ingeving zijn die leidt tot een hoogst originele en spannende plotwending. Beeldhouwers en kunstschilders kunnen ten diepste, welhaast sacraal, geïnspireerd raken door de natuur, geometrische vormen of andere culturen.
Ze gaan helemaal op in waar ze mee bezig zijn. Besef van tijd en plaats valt weg. Het voelt alsof een ‘hogere macht’ het van hen heeft overgenomen. Alsof de woorden, vormen en penseelstreken met een innerlijke urgentie steeds sneller uit hen vloeien, als water dat in een stroomversnelling raakt. Het is een staat van hyperproductiviteit. Velen geven aan dat ze in deze staat hun beste werken ooit hebben gemaakt.
Niet voor niets schreef Amerikaans dirigent en componist van marsmuziek John Philip Sousa dat ‘iedere componist die zich er glorieus van bewust is dat hij een componist is, moet geloven dat hij zijn inspiratie ontvangt uit een bron die hoger is dan hijzelf’.
Deze bron is voor klassieke componisten vaak de natuur. Zo wordt beweerd dat Mozart het liefste in de openlucht componeerde terwijl Beethoven zou hebben erkend dat hij als gezelschap bomen verkoos boven mensen. Ook Richard Wagner liet zich geregeld inspireren door het moois van de aarde. In zijn opera ‘Das Rheingold’ verbeeldt de eerste noot van aanzwellende muziek het ontstaan van de aarde, ook wel het Aarde- of Rijnmotief genoemd. Het ‘Walhalla’ zou zijn geïnspireerd door de winderige bergtoppen van de Zwitserse Alpen.
Een van de bekendste voorbeelden van klassieke muziek die door de natuur wordt geïnspireerd zijn natuurlijk de ‘Vier Jaargetijden’ van Antonio Vivaldi. Claude Debussy laat daarentegen in zijn werk ‘La Mer’ duidelijk het symfonische ‘spel van de golven’ en de ‘dialoog tussen zee en wind’ horen, terwijl Bedrich Smetana de lieflijk kabbelende én woest kolkende rivier de Moldau magistraal heeft vertaald naar muzikale stroomversnellingen.
Niet alle componisten zien inspiratie als een hogere macht die hen aanstuurt. Zo beweerde de Engelse componist, pianist en dirigent Benjamin Britten dat ‘het oude idee van een componist die plotseling met een geweldig idee de hele nacht zit te schrijven (…) onzin (is). De nacht is om te slapen.’
Ook dichters hebben inspiratie nodig. Hoe zo’n proces kan verlopen, wordt prachtig omschreven door Annet Zaagsma in Meander, literair E-Magazine voor Nederlandstalige poëzie van 31 maart 2022:
‘Ik moet in een speciaal soort bui zijn om te kunnen schrijven. Soms merk ik dat overdag al, dan doen woorden die ik hoor of lees spontaan rare dingen in mijn hoofd, vormen flarden eigenwijze, vreemde of zelfs melige associaties en zinnen die ik dan even moet opschrijven om ze te vangen. Anders gaan ze er vandoor. Die bepaalde staat kan ook wel enigszins opgewekt worden door muziek te luisteren die me raakt of door gewoon veel poëzie te lezen. Als ik naar aanleiding van een thema iets moet/wil schrijven dan wil ik nog wel eens doelbewust een associatieoefening of iets dergelijks doen. Soms ontstaat er dan meteen iets, maar vaker werkt dat als het planten van een zaadje en gaan er eerst een paar dagen overheen voor me iets zinnigs invalt.
’s Avonds laat als iedereen al lang naar bed is wordt het pas stil genoeg in mijn brein om wat ik overdag en eerder opgeschreven heb bij elkaar te brengen, zodat er iets nieuws ontstaat in een eigen context: een gedicht. Als dit resultaat naar mijn gevoel goed genoeg is sla ik het op, en de volgende ochtend ben ik vaak verbaasd te lezen wat ik geschreven heb.’
Maar hoe kom je in zo’n begeerde staat van inspiratie of flow en wat gebeurt er dan precies? Daarvoor moeten we een uitstapje maken naar de werking van het brein.
De neuronen (zenuwcellen) in je hersenen produceren zwakke elektrische stroompjes. Als groepen neuronen tegelijkertijd ritmische ontladingen produceren, hetgeen je op de hoofdhuid kunt meten met een elektro-encefalogram (EEG), ontstaan hersengolven. Op basis van de frequentie die wordt uitgedrukt in Herz (Hz) worden hersengolven opgedeeld in verschillende types, van hoog naar laag: gammagolven (38 tot 80 Hz), bèta-golven (14 tot 38 Hz), alfagolven (8 tot 14 Hz), thètagolven (4 tot 8 Hz) en deltagolven (0,5 tot 4 Hz).
In het algemeen geldt dat de frequentie hoger is naarmate je actiever en alerter bent: hoe meer je je aandacht naar buiten richt, hoe sneller je hersengolven worden en andersom.
Gammagolven zijn de snelste hersengolven en wijzen op een hoge mentale activiteit. Bètagolven zijn snelle hersengolven die je hebt bij wakker bewustzijn. Hoge bètagolven duiden echter op onrust, stress en angst. Langzame hersengolven zoals alfagolven treden daarentegen op als je je ontspant of als je dagdroomt. Dit is het geval wanneer je je in de flow state bevindt. Nog langzamer worden je hersengolven vlak voor je in slaap valt. Dit zijn thètagolven. Tijdens diepe slaap vertonen je hersenen de traagste golven: deltagolven.
Als je bewust en analytisch denkt, je normale staat van zijn en doen, produceren je hersenen bètagolven. Om inspiratie aan te kunnen boren is het echter noodzakelijk om die golven te veranderen in rustigere alfagolven.
Langere tijd niets doen – je ‘vervelen’ – of uit het raam staren zonder iets te zien kan ervoor zorgen dat je in deze flow state komt. Tijdens dagdromen ben je je minder bewust van je omgeving en kun je dankzij integratie van beelden, emoties, herinneringen en toekomstplannen tot nieuwe originele ideeën en oplossingen voor problemen komen.
Een andere eenvoudige manier om deze flow state te bereiken is meditatie. Het enige dat je daarvoor hoeft te doen, is een rustige plek opzoeken, je ogen sluiten en een tijdje langzamer gaan ademhalen. Vier tellen in door de neus, acht tellen uit door de iets geopende mond. Want als je je ademhaling vertraagt, vertragen ook je hersengolven. Dit heeft verschillende gevolgen.
Als je hersenen tijdens meditatie alfa- of thètagolven produceren komt je lichaam allereerst in de relaxation response, het spiegelbeeld van de vecht- of vluchtreflex. Deze staat van alerte ontspanning of lichte trance verlaagt je stressniveau, hartslag, ademhaling en bloeddruk, ontspant je spieren en verhoogt de hoeveelheid zuurstof naar je brein. Bovendien produceer je tijdens meditatie verschillende chemische stoffen die onder meer zorgen voor groter leervermogen, grotere concentratie en focus, beter geheugen, meer geluksgevoelens, meer probleemoplossend vermogen en verhoogde creativiteit.
Een tweede gevolg van het vertragen van je hersengolven is dat er een staat van verruimd bewustzijn ontstaat. In deze staat lijkt jouw innerlijke wereld van verbeelding voor je brein even reëel als je uiterlijke realiteit. Volgens sommige stromingen ben je hierdoor in staat om verbinding te maken met het collectieve bewustzijn of het veld van oneindige mogelijkheden waar zich alles wat ooit was, is en zal zijn reeds bevindt. In deze flow state sta je bovendien meer in verbinding met je onderbewustzijn dat heel vatbaar is voor beelden en symboliek. Zo kun je ‘als vanzelf’ van binnenuit worden geïnspireerd. Het perfecte medicijn tegen writer’s block!
Sommige mensen, vaak degenen met veel meditatie-ervaring, kunnen zelfs een thètastaat bereiken van nog lagere cycli per seconde. Dat is een staat van trance waarin er vooral verbinding bestaat met de innerlijke wereld van de verbeeldingskracht omdat nieuwe informatie op een niet-kritische en niet-analytische manier door het brein wordt geabsorbeerd.
Om bezield te kunnen raken moet je dus bewust vertragen. In een wereld die juist steeds sneller en sneller gaat, kan dat nogal een uitdaging zijn. Maar als je eenmaal de magie van inspiratie hebt ervaren, wil je nooit meer anders.
Pascale Bruinen is schrijver, spreker en coach gespecialiseerd in gezondheidsbevordering door mindsetoptimalisatie en mentale prehabilitatie (mensen optimaal mentaal voorbereiden op operaties en medische trajecten zoals chemotherapie en bestraling) . In juni 2021 is haar laatste boek gepubliceerd bij uitgeverij AnkhHermes: ‘Zelfherstel van binnenuit: optimaliseer je gezondheid met je gedachten, gevoelens en overtuigingen’. In het boek legt ze uit hoe je je denk-, voel- en verbeeldingskracht bewust kunt inzetten om je gezondheid en leven zo positief mogelijk sturing te geven. Een positieve mindset blijkt namelijk heel belangrijk voor je geestelijk en lichamelijk welzijn alsmede voor een florerend bestaan!
‘Zelfherstel van binnenuit’ wordt inmiddels door steeds meer zorgprofessionals zoals oncologen, anesthesisten, gynaecologen, leefstijlgeneeskundigen, huisartsen, verloskundigen en GZ-psychologen ‘voorgeschreven’ aan hun patiënten.