Je zou het een luxe kunnen noemen. Of een vlucht. Misschien bittere noodzaak? Onlangs verplaatste ik mijn schrijftafel naar ons buitenhuis in de Perigord. Een vergane glorie familieboerderij op het Franse platteland. Een plek met een rijke historie aan mooie gesprekken, tafels vol zelfgemaakte lekkernijen, spelletjes, karaffen wijn, Lp’s met Franse chansons en luiermomenten in de hangmat onder de lindenboom. Een gouden plek voor wie rust en ruimte waardeert. En laat ik daar regelmatig naar op zoek zijn: rust en ruimte in mijn hoofd. Vlucht ik om me te laten inspireren of zoek ik een eenzaam plekje om me te concentreren op alle inspiratie die ik al heb opgedaan? Hoe werkt dat eigenlijk; inspiratie?
Toen ik ruim 10 jaar geleden aan mijn eerste jeugdroman begon, had ik geen idee hoe ik een boek moest schrijven. Op een dag begon ik met de eerste zin en daaruit groeide langzaam de rest. Inmiddels zijn 8 jeugdromans verschenen bij uitgeverij Kluitman en ken ik de ups en downs van het schrijfproces. Een van de onzekere factoren is inspiratie; die komt namelijk niet zomaar aanwaaien. Inspiratie laat zich ook niet plannen, maar je kunt wel omstandigheden creëren waarin inspiratie goed gedijt. Al blijken mijn ideale randvoorwaarden per fase wel heel verschillend te zijn.
Elk boek begint met een klein ideetje, een kunstenaar, een kunstwerk of een thema dat uitgewerkt moet worden. In deze beginfase vind ik inspiratie in de dynamiek van het leven, ik zoek hem buiten mijzelf en werkelijk alles kan me voeden. Een gretige honger naar kennis neemt bezit van me; mis ik niks, zie ik genoeg, lees ik de juiste boeken en artikelen? Mijn grootste valkuil is dat ik in deze periode te smal denk. Ik dwing mezelf de zijpaadjes te bewandelen, ook te lezen wat niet meteen nuttig lijkt, geen haast te hebben, ideeën te laten rijpen, locaties uit mijn verhaal te bezoeken en mijn personages te onderzoeken. Ik kan het eureka moment van elk boek nog herinneren. Dat ik de missing link vind, dat stukje informatie dat alles met elkaar verbindt. Een gelukzalig gevoel: nu klopt het! Zo’n eureka moment had ik voor het eerst bij mijn debuut Het Picasso mysterie, toen ik ontdekte dat Picasso hoogstwaarschijnlijk lid was geweest van de spirituele beweging Het Martinisme. Met deze kennis kreeg de antagonist in het boek een motief. Er was een reden waarom het schilderij Les Demoiselles d’Avignon gestolen ging worden. Mijn bezoek aan de tentoonstelling Schönberg & Kandinsky. Tegendraads in kunst en muziek in het Joods Historisch Museum gaf mij een paar jaar later een nieuwe blik op het ontstaan van abstracte kunst en zorgde ervoor dat pianomuziek een spannende rol speelt in mijn boek Het Kandinsky bedrog.
Na deze onderzoeksfase breekt er een periode aan van strepen, keuzes maken, verhaallijnen verbinden en een plot bouwen. Terwijl ik vroeger nog dacht dat schrijvers het grootste deel van hun dag achter hun bureau doorbrengen, weet ik nu dat dat voor mij heel anders werkt. In deze fase beweeg ik graag. Wandelen, fietsen, treinen. Simpele klusjes als was vouwen of tuinieren werken ook heel goed. Eigenlijk maakt het niet uit, zolang mijn brein maar op het standaardnetwerk kan staan, waardoor de automatische piloot de baas is en ik kan dagdromen en aandacht kan geven aan wat er zich in mijn hoofd ontvouwt. Wel heb ik altijd een notitieboekje of telefoon bij de hand, want de ervaring leert dat ik geweldige ingevingen ook zo weer kwijt ben.
Als het karkas van boek klaar is, breekt de laatste fase aan; die van de schrijver achter haar bureau, alleen met zichzelf en haar gedachten. Soms ploeterend, soms met vleugels. Nu draait het om concentratie, volledige focus op de hoofdtaak, geen afleiding, niet dagdromen. De inspiratie komt niet meer uit de buitenwereld maar uit mijzelf, mijn hoofd, mijn ziel. En met een beetje geluk ontstaan er magische momenten waarop de inspiratie uit het verhaal zelf komt, uit de personages, het plot. Als dat lukt vertelt het verhaal zichzelf. Soms is het lang wachten op deze diepe inspiratie, maar als hij komt dan vlieg ik mee.
Het raamwerk voor mijn volgende jeugdroman staat als een huis. Na veel wandelen, lummelen en inspiratie zoeken op zijpaadjes zal na deze zomer een periode aanbreken van focus en eenzame opsluiting. Misschien dat ik voor de juiste omstandigheden weer afreis naar het Franse platteland, toute seule, op zoek naar die innerlijke inspiratiebron.
Manon Berns is schrijver. Haar jeugdboeken verschijnen bij uitgeverij Kluitman